Ons rond bolleke. Wat een blozend kindje.
Hij is beautiful. In Oeganda noemen ze hem Beau(tiful) -bjoe-, ik noem hem Beau -boo- op zijn Frans.
En één met mama.
In Afrika hebben kindjes niet te klagen en zeker jongens niet. Borstvoeding is normaal en jongens worden nog eens extra verwend. Dat vind ik eigenlijk niet zo’n goed idee -ik ben van de westerse frustratietolerantieopbouwen-school- maar ik heb geen moeite om me aan te passen aan de lokale gebruiken. Als ik iets geleerd heb van Afrika is het dat wij niet het superieure continent zijn.
Wat heb ik mee? Van ‘I love mum and dad’-pyjamaatjes tot een heus reddingsvestje. Wij zijn van “across the lake”. Maar ik heb het niet zo begrepen op mijn en Mercy haar zwemkunsten.
Ik ben nog nooit over land naar Mercy haar thuis geweest (al is dat wel mogelijk). Altijd met de boot. Eenvoudige sloepen met een buitenboordmotortje. Ze zijn veiliger dan de traditionele prauwen, maar het blijft toch een beetje een avontuur. Met de kerstdagen worden ze overladen met pak en zak en mensen erop en ertussen. Maar als je er van jongs af aan aan gewend bent en je landt aan bij je familie, in de volstrekte stilte, ergens op een verlaten oever...
Grandma is blij |
Je vraagt je af waar de mensen eten vandaan halen. Maar het duurt geen vijf minuten of iedereen zit achter een zelf gebrouwen drank en er ligt een 'bunch' bananen op tafel. Beeld je in: ik weet nog hoe gelukkig ik was met mijn eerste tros zelf gekweekte banaantjes. Ik ging er alle dagen in de achterkamer een paar van pikken. Zo zoet.
Druppelsgewijs komen de buren binnenlopen; ze hebben gemerkt dat er bezoek is en schuiven aan. Oma is volstrekt gelukkig om haar eerste kleinkindje terug te zien. Oegandezen houden er ondanks de vele beproevingen de goede luim in en staan bekend als uitermate vriendelijk.