KINDERRECHTEN (37) procedure 10/06/2021 (familierechtbank)

10-06-2021: gerechtelijke vaststelling van het vaderschap

Rechtbank Dendermonde

Marcey dagvaardt mij. Ze vordert dat de afstamming van vaderzijde gerechtelijk wordt vastgesteld.

De argumentatie -in niet technische taal- is dat

-uit de DNA-analyse blijkt dat ik de biologische vader ben van Beau;

-de beslissing van de gemeente te weigeren de erkenning van Beau door mij te acteren niet afdoende is gemotiveerd;

-ik de politie wel degelijk het verloop van mijn relatie met Marcey heb uiteengezet;

-de politie mij geen verdere detailvragen heeft gesteld;

-ik na de geboorte van Beau reeds twee maal naar mijn gezin in Oeganda ben teruggekeerd maar dat dit door de covid-crisis zeer moeilijk is geworden;

-mijn leeftijd, de vaststelling dat ik niet aanwezig was bij de geboorte en nog gehuwd ben geen afbreuk doen aan het feit dat ik de vader ben van Beau en dat het belang van het kind dient te primeren;

-dat het feit dat ik bezorgd ben om de veiligheid van mijn kind er toch duidelijk op wijst dat ik mijn verantwoordelijkheid t.a.v. mijn kind wil opnemen;

-de vaststelling dat Marcey niet werd gehoord geenszins kan gebruikt worden als motivatie voor een schijnerkenning. Het is immers aan de ambtenaar van de burgerlijke stand om aan te tonen dat er in casu sprake zou zijn van een schijnerkenning. De Belgische autoriteiten dienen derhalve alles in het werk te stellen opdat verzoekster (Marcey) eveneens gehoord wordt.

"Aangezien het vaderschap van Beau Aijuka PEETERS, geboren te Kabale (Oeganda) op 10 januari 2019, niet vaststaat krachtens de artikelen 315 of 317 B.W., noch op grond van een erkenning, is verzoekster gerechtigd een rechtsvordering gerechtelijke vaststelling van het vaderschap in te stellen op grond van art. 322 B.W. Verzoekster merkt ook op dat in casu de openbare orde, alsook de private belangen van het kind (art. 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden en art. 3 van het Verdrag van de Rechten van het Kind dd. 20 november 1989) vereisen dat de (correcte) afstamming (en identiteit) van het kind kan blijken uit en bewezen worden aan de hand van de registers van de burgerlijke stand."


Burgerlijk Wetboek - iCodex

Art. 322.[2 Wanneer het vaderschap niet vaststaat krachtens de artikelen 315 of 317, noch op grond van een erkenning (...) kan het bij vonnis, uitgesproken door de familierechtbank, worden vastgesteld (...)

ECHR (mensenrechten.be)
Europees Verdrag tot de bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden

Verdrag inzake de Rechten van het Kind (kinderrechtencommissariaat.be)