![]() |
Beau en mama: ontbijt bij de Zusters Bernardinen in Kigali |
Wanneer ik eind maart ik Kigali aankom wacht Beau me met mama op. Sinds een witte Vlaamse vrijwilligster bij ons inwoont is hij behoorlijk in de war.
![]() |
Jolien en Beau |
Beau (metis): I’m not black.
Benji (zwart): which colour are you then?
Beau: I’m yellow.
Benji: Yellow? Like the bananas?
Beau: I’m white. I’m a muzungu. Like Jolien. Like daddy.
Jolien (wit): No, you’re brown.
Beau: I’m yellow, white and brown.
Het valt me op dat Beau zich dezer dagen soms agressief opstelt naar zwarte mensen toe, familieleden met wie hij een nauwe band heeft inbegrepen. Hij brengt me geregeld in een lastig parket door zijn reacties op zwarte mensen die hem aanspreken. Hij lijkt last te hebben van de gewoonte die zwarte mensen hebben om blanken veelvuldig als ‘muzungu’/‘kazungu’ te benoemen.
Het huidskleur thema komt altijd weer terug:
These big people from P1 are saying I am brown.
Blijkbaar is tussen vier en zes de leeftijd dat je je bewust wordt van je kleur. De klasgenoten van Beau -middle class of tweede kleuter- benoemen hem als “kazungu”, maar hebben het nog niet zo duidelijk als de leerlingen van het eerste leerjaar, die door Beau ‘these big people’ worden genoemd.
Beau: Papa you’re white. Me I’m brown.
Ik: Yes, papa is white. I’m your papa. You are my boy.
Het huidskleur thema komt altijd weer terug:
These big people from P1 are saying I am brown.
Blijkbaar is tussen vier en zes de leeftijd dat je je bewust wordt van je kleur. De klasgenoten van Beau -middle class of tweede kleuter- benoemen hem als “kazungu”, maar hebben het nog niet zo duidelijk als de leerlingen van het eerste leerjaar, die door Beau ‘these big people’ worden genoemd.
![]() |
Toevallige ontmoeting in Kigali La galette |
Op het bed:
Beau: Papa you’re white. Me I’m brown.
Ik: Yes, papa is white. I’m your papa. You are my boy.