
Afro-Belgen
-Integratie:
..sommige jongeren van Afrikaanse afkomst kiezen voor integratie als concensusmodel, ze participeren zonder hun afkomst te verloochenen.
-Assimilatie:
Anderen assimileren en verdringen hun Afrikaanse identiteit.
-Verzet:
Nog anderen verzetten zich tegen de witte westerse samenleving en raken gemarginaliseerd.
De auteur merkt op: het is geen toeval dat populaire en succesvolle Afro-Belgen zich in het integratie- en assimilatieverhaal bevinden. (p.55)
Dubbelbloed – dubbele loyaliteit
Culturen grijpen diep in in mensenlevens. Hoe werkt dat voor een dubbelbloed?
NN citeert Neske Beks: De keuzes en daden van onze voorouders sleten paden uit die wij generaties lang volgen, dan wel angstvallig ontwijken. Bewust en onbewust verdedigen we hun daden, patronen, keuzes en gedachtegoed, en deinen we voort op hun angsten. De groep waarbij je hoort of denkt bij te horen, definieert wat goed is en wat kwaad. Voor mij als dubbelbloed betekent het dat mijn loyaliteit uitgaat naar zwart én wit. Ik ben een kind van zowel ondertdrukten als onderdrukkers. (…)
Behalve geschiedenis (historische machtsverhoudingen) is ook religie een breuklijn. Die kan mettertijd veranderen. Van de tegenstelling ongelovigen (animisten) – katholieken in de koloniale tijd zijn we opgeschoven naar de tegenstelling protestanten/katholieken/onafhankelijken, in één woord kerkelijken (Oeganda) tegenover (overwegend) niet kerkelijken (België).
De vader van Nadia is in koloniale termen een bastaardkind, een zoon van de zonde. Het product van buitenhuwelijks seksueel contact tussen een witte man en een (half) zwarte vrouw. Gemengde kinderen worden ‘halfbloeden’, ‘metissen’ of ‘mulatten’ genoemd. De Spaanse term mulato stamt af van mula, een muilezel of kruising tussen een paard en een ezel. Volgens antropologe Bambi Cueppens beschouwt de kolonisator de seksuele contacten tussen witte mannen en zwarte vrouwen als problematisch omdat ze verwantschapsrelaties zouden kunnen creëren. Metiskinderen kunnen immers het verschil tussen ‘rassen’ opheffen. (p.33)
Culturen grijpen diep in in mensenlevens. Hoe werkt dat voor een dubbelbloed?
NN citeert Neske Beks: De keuzes en daden van onze voorouders sleten paden uit die wij generaties lang volgen, dan wel angstvallig ontwijken. Bewust en onbewust verdedigen we hun daden, patronen, keuzes en gedachtegoed, en deinen we voort op hun angsten. De groep waarbij je hoort of denkt bij te horen, definieert wat goed is en wat kwaad. Voor mij als dubbelbloed betekent het dat mijn loyaliteit uitgaat naar zwart én wit. Ik ben een kind van zowel ondertdrukten als onderdrukkers. (…)
Behalve geschiedenis (historische machtsverhoudingen) is ook religie een breuklijn. Die kan mettertijd veranderen. Van de tegenstelling ongelovigen (animisten) – katholieken in de koloniale tijd zijn we opgeschoven naar de tegenstelling protestanten/katholieken/onafhankelijken, in één woord kerkelijken (Oeganda) tegenover (overwegend) niet kerkelijken (België).
De vader van Nadia is in koloniale termen een bastaardkind, een zoon van de zonde. Het product van buitenhuwelijks seksueel contact tussen een witte man en een (half) zwarte vrouw. Gemengde kinderen worden ‘halfbloeden’, ‘metissen’ of ‘mulatten’ genoemd. De Spaanse term mulato stamt af van mula, een muilezel of kruising tussen een paard en een ezel. Volgens antropologe Bambi Cueppens beschouwt de kolonisator de seksuele contacten tussen witte mannen en zwarte vrouwen als problematisch omdat ze verwantschapsrelaties zouden kunnen creëren. Metiskinderen kunnen immers het verschil tussen ‘rassen’ opheffen. (p.33)