KINDERRECHTEN (93) rechten van metissen (recht op een gezinsleven)



Georges Kamanayo doet er in zijn boek ‘Tussen twee werelden. Een leven in Europa en Afrika.’ geen doekjes om. In de eerste alinea van zijn boek gebruikt hij al de term structureel racisme. Ongelijke behandeling omwille van kleur. Daar is geen morele rechtvaardiging voor.

De kerk speelde in koloniaal Rwanda een belangrijke rol. Kerk en macht vielen voor een groot deel samen. De kerk brandmerkte de metissen als kinderen van de zonde.

Kamanayo liet me ook inzien dat in de Hutu staat in oprichting er met de metissen geen rekening moest worden gehouden, aangezien hun blanke vaders hen niet erkenden en hun moeders Tutsi’s waren.

K. heeft geen kans gekregen afscheid te nemen van zijn moeder. De metissen werden toen de kolonies onafhankelijk werden door de overheid op het vliegtuig naar België gezet.

Bij zijn aankomst in België is er een taalbarrière. Als hij in de eerste weken aan de Noordzee over de strandlijn loopt zingt de wind een lied vol heimwee naar Rwanda.

Alles is nieuw voor hem in België. Gelukkig komt hij na verloop van tijd in een zorgzaam pleeggezin terecht. Een grote vraag is hoe hij zijn schoolachterstand zal inlopen. K. gaat op internaat in een college. Hij gaat van klas tot klas waar Nederlands wordt gegeven en pater F. geeft hem na schooltijd 2 jaar lang privélessen voor de andere vakken.

K. weet al vroeg dat hij met beeldwerk wil bezig zijn. Hij wordt cameraman en gaat werken bij de BRT. Hij ziet hierin kansen om terug te keren naar Rwanda. Het boek verhaalt het terugzien van zijn moeder en hoe hij op haar aandringen ook op zoek gaat naar zijn vader.

Zijn hele leven lang heeft K. zich vragen gesteld over wat de kolonisatie in zijn leven teweeg heeft gebracht. Als volwassene speelt hij een actieve rol in het verenigen van de Belgische metissen. Ze dringen aan op excuses en schadevergoeding door de Belgische overheid. Professioneel heeft hij een aandeel in een hele reeks Afrika-reportages van de BRT.

Maar wat vooral opvalt is dat hij na zijn pensioen met zijn vrouw Lydie in het huis van zijn vader in Rwanda gaat wonen. In de tuin van dit huis ligt zijn moeder begraven… Elke dag, wanneer ik op dat plekje passeer, stop ik altijd, om mijn moeder niet wakker te maken, fluister ik iets teders en zachts tegen haar. (…) Ik weet zeker dat ze me begrijpt en dat ze over ons gezin zal waken. Ik voel me dan gerustgesteld, (...)